In principe zou je zeggen dat een 20-weken echo in de 20e week plaats vindt, maar het kan ook een week eerder of een week later. Na 22 weken wordt het lastiger om een dergelijke echo uit te voeren. Dit heeft te maken met de slechtere beeldvorming. Daarom is het na 22 weken niet mogelijk om een 20-weken echo uit te voeren.
Vóór de 20-weken echo heb je een gesprek met een huisarts, gynaecoloog of verloskundige. Een 20-weken echo kan je geruststellen, maar je kan door de echo ook voor moeilijke keuzes komen te staan. Op basis van een 20-weken echo kan een vervolg onderzoek komen.
Doel van de 20-weken echo:
– Onderzoek naar afwijkingen
– Aanwezigheid open rug
– Aanwezigheid open schedel
– Groeit het kind goed
– Is er voldoende vruchtwater
20-weken echo geslacht
Bij een 20-weken echo is het bepalen van het slecht geen doel. Vooraf kun je wel aangeven of je het geslacht wilt weten tijdens de echo. Overigens is een geslachtbepaling niet 100% betrouwbaar. In ongeveer 5% van de gevallen klopt de geslachtbepaling niet.
Pretecho
Tijdens een pretecho kun je ook achter het geslacht komen. Een pretecho is wat anders dan een 20-weken echo, dat bedoeld is om te kijken of er afwijkingen zijn.
Je kunt een pretecho laten maken bij verschillende bureaus in Nederland. Dit is een commerciële instelling en een pretecho wordt niet vergoed. Een echografie, zoals de techniek die van ultrageluidsgolven beeld maakt wordt genoemd, is niet schadelijk. Dit is gebleken uit verschillende onderzoeken. Een pretecho kost tussen de 50 en 90 euro. Je kunt een afdruk van de echo krijgen of een opname van de echo. In dat geval krijg je een DVD mee naar huis.
Waarom een pretecho?
Op basis van medische indicaties worden de meeste echo’s gemaakt. Als je geen medische indicatie hebt of wanneer je zomaar een echo wilt maken kun je een bij een bedrijf dat pretecho’s maakt een echo laten maken.
20-weken echo afwijking(en)
Tijdens de 20-weken wordt onderzoek gedaan naar afwijkingen. Als er tijdens de 20-weken echo iets afwijkends wordt gezien is een vervolgonderzoek mogelijk. Tijdens de 20-weken echo wordt gekeken naar de volgende mogelijke afwijkingen:
– waterhoofd
– open ruggetje
– open schedel
– hartafwijking
– gat of breuk de buikwand
– gat of breuk in het middenrif
– afwijken of ontbreken de nieren
– afwijkingen of ontbreken van botten
– afwijkingen aan armen of benen
Vervolgonderzoek
Als er afwijkingen worden geconstateerd tijdens de echo is vervolgonderzoek mogelijk. Het is niet verplicht en je kunt zelf kiezen voor een vervolgonderzoek. Voor een eventueel vervolgonderzoek zal je uitgebreid worden voorgelicht.
Tijdens het vervolgonderzoek kan naar voren komen dat je ongeboren kindje gezond is. Het kan ook zijn dat er sprake is van een afwijking. Dit kan gaan om een ernstige afwijking. In een ernstig geval is het soms beter dat het kind geboren wordt in een ziekenhuis dat gespecialiseerd is.
Eventuele keuzes die genomen moeten worden kunnen erg moeilijk zijn als er sprake is een ernstige afwijking. Bespreek dit goed met je partner en specialisten. Tot 24 weken is er de mogelijkheid om de zwangerschap te beëindigen.
20-weken echo syndroom van down
Er kan een combinatietest worden gedaan om er achter te komen hoe groot de kans is dat het kind het syndroom van down heeft. Door middel van andere onderzoeken dan een 20-weken echo kan dit worden vastgesteld. Dit wordt een zogenaamde combinatietest genoemd.
Combinatietest
De zwangere vrouw ondergaat tussen week 9 en week 14 van de zwangerschap een bloedtest en er wordt via een echo tussen 11 en 14 weken een nekplooimeting gedaan bij het kind. Een dergelijke test kan echter geen zekerheid bieden.
Bij een verhoogde kans op het syndroom van down kan een vruchtwaterpunctie of een vlokkentest worden gedaan om meer zekerheid te krijgen. Daar zit wel een risico aan verbonden. Van de 1000 vrouwen die zo’n test ondergaan krijgen drie vrouwen een miskraam.
Hoe groot is de kans op het Downsyndroom?
Bij een vrouw tussen de 20 en 25 jaar is de kans 1 op 1000 dat zij een kind krijgt met het Downsyndroom. Van de 1000 vrouwen krijgen gemiddeld 2 een kind met het Downsyndroom. Bij vrouwen ouder dan 40 is de kans 40 op 1000.