Wanneer je aan het eind van je zwangerschapsverlof weer aan het werk moet, kan dat best even slikken zijn. Na je bevalling ben je een behoorlijk aantal weken thuis geweest met je kleintje. Nu je noodgedwongen van die roze wolk af moet en het ‘gewone’ dagelijks leven moet oppakken, gaat dat vaak samen met spanningen. Gezonde spanningen welteverstaan. Want het is natuurlijk hartstikke normaal om als nieuwbakken moeder je kindje geen moment los te willen laten. Hoe zorg je er dan voor dat dit proces voor jou zo soepel mogelijk verloopt?
Lichamelijke en emotionele veranderingen
Zwangerschap, bevalling en de periode erna zorgen voor grote veranderingen in je lichaam. Behalve dat je de eerstkomende tijd op je werk dan ook moe, vergeetachtig en misschien zelfs lusteloos zal zijn, spelen ook andere dingen een rol. Want in je hersenen is namelijk ook het een en ander veranderd! Wetenschappers hebben aangetoond dat een baby bij zijn moeder een specifiek hersengebied prikkelt. Hetzelfde gebied dat geprikkeld wordt bij verliefdheid en drugsgebruik. Geen wonder dus dat je je baby niet los wilt laten! Bouw het loslaatproces dan ook stapje voor stapje op zodat je eerste werkdag zometeen geen drama wordt.
Wennen aan de nieuwe situatie
Houd tijdens je zwangerschapsverlof ook vooral contact met je werkgever. Betrokken blijven bij je werk maken de overgang zometeen wat minder groot. Ga aan het eind van je verlof bijvoorbeeld eens langs op je werk. Om je kleine te laten zien, maar ook om zo weer een beetje te wennen aan de werksfeer. Eventueel kun je vakantiedagen inzetten om je terugkeer rustig op te bouwen. Maar laat tijdens je verlof ook eens iemand op je baby passen. Daar kom je zometeen ook niet onderuit. Zo ervaar je vast hoe het is om je kleine letterlijk uit handen te geven.