Je merkt soms dat je baby het ineens heel lastig heeft en veel huilt. Zonder dat je daar een verklaring voor hebt. Vaak wordt dan gezegd dat het kind in een sprongetje zit. Dit is ook goed mogelijk. Het is daarom wel handig om te weten wat een sprongetje precies is en waar deze zich voordoen. Daarom gaan we daar hier even wat dieper op in.
Wat is een sprongetje?
De meeste baby’s maken op specifieke momenten een zogenaamd sprongetje. Je merkt dan dat ze aanhankelijk en huilerig zijn en ze zijn vaak moet. Dit wordt veroorzaakt doordat je kind mentaal groeit en verandert. Deze groeispurt is vermoeiend en lastig voor een baby en vergt dus ook het nodige. Je kind ontwikkelt zich supersnel in deze fases. Het is dus anderzijds ook heel leuk om mee te maken.
Hoe herken je een sprongetje?
Zoals gezegd kan je kind moe en huilerig overkomen. Wanneer dit dan rond week 5, 8, 12, 19, 26, 37, 46 of 55 gebeurt, is de kans groot dat er een sprongetje wordt gemaakt. Kijk natuurlijk wel altijd voor de zekerheid of er niet iets anders aan scheelt. Het kan altijd zijn dat je kind met andere problemen te maken heeft waar je iets aan moet doen.
De eerste sprongetjes
Na vijf weken ontwikkelt jouw kind de zintuigen. Het is ineens veel mee bewust van de wereld om zich heen. Daardoor krijg je ook wat meer contact met je baby, zo lijkt het. Na acht weken volgt de volgende sprong. Nu krijgt jouw kind meer controle over het eigen lichaam, bijvoorbeeld de gezichtsspieren. Na 12 weken volgt weer een sprong. Je baby gaat meer vloeiend bewegen en het zicht en gehoor wordt beter.
De volgende sprongen
Na negentien weken kan je kind steeds meer waarnemen en zelf ook overgangen maken. Zwaaien, spullen oppakken enzovoorts. De sprong rond 26 weken staat in het teken van relaties. Ook wordt het voor de baby duidelijker om verbanden en patronen te zien. Vervolgens volgen sprongen op 37, 46 en 55 weken.